"In iedere steen zit een diamant"

Veel families hebben al generaties lang een relatie met 's Heeren Loo. In andere families werken meerdere gezinsleden bij 's Heeren Loo. In deze reeks familieverhalen praten we met zulke families. Wat bindt deze families met onze organisatie en waarom kiezen familieleden vaak om te gaan werken bij de zorgverlener waar hun familielid woont of zorg krijgt? Het woord is aan familie Heemskerk.

Astrid en Bas Heemskerk zijn zus en broer. Zij werken beide bij 's Heeren Loo in Noordwijk en hun jongere broer Alexander woont op het park. Alhoewel de familie Heemskerk geen familie is die al generaties lang bij 's Heeren Loo werkt, blijkt tijdens het gesprek dat werken in de zorg wel een 'familieding’ is. Ook hun moeder, oudere zus en tantes zijn werkzaam in de zorg. Alexander heeft een verstandelijke beperking en autisme. Zijn gedrag noemen we moeilijk verstaanbaar gedrag. Alexander woont vanaf zijn 9e op het park en momenteel woont hij in een VIC (very intensive care) woning. Hij is nu 34 jaar.

Alexander

Astrid: “Ik ben al bijna 12 jaar in dienst. Na jaren op de bloemenveiling gewerkt te hebben, ontdekte ik wat ik echt wilde doen. Het was op een zondag, ik was hier bij Alex op bezoek en ineens dacht ik: ‘Dit wil ik ook!’ Al die tijd lag het zo voor mijn voeten, maar ik had nooit eerder bedacht dat ik dit werk zo leuk zou vinden.”

Bas: “Ik zocht een stageplek voor tijdens mijn opleiding. Dat kon bij mijn zus op de dagbesteding. Het beviel zo goed dat ik ben blijven hangen. Ik heb er zelfs ook nog een tijdje als vrijwilliger gewerkt. Daarna werkte ik op verschillende woningen en heb ik mijn diploma gehaald als PB-er. Ik denk dat Alexander voor veel van onze familieleden de aanleiding is geweest om in de zorg te gaan werken. Voor mij was dat juist niet zo. Pas toen ik hier kwam werken merkte ik hoe leuk het was.”

Vaste rituelen

Astrid: “Alexander is gek op zijn familie. Als ik aan het werk ben, moet hij mij niet zien, dan wil hij met me mee. Als ik werk heb ik altijd een trui of jas met een capuchon aan, die kan ik dan opzetten als Alexander in de buurt komt. Dan herkent hij me niet. We hebben zo onze vaste rituelen, ik ga altijd met de auto met hem op pad. Mijn ouders gaan iedere week langs, halen hem op voor een patatje aan het strand, dan gaan ze naar oma voor een bakje koffie. Met corona loopt dat nu al maanden anders. Alexander heeft er veel minder last van dan we dachten. Ze hebben al die tijd wel contact gehad via beeldbellen. Ook in de tijd dat we niet op bezoek mochten komen, zag ik hem natuurlijk wel als ik aan het werk was. Voor mij een geruststelling. Ik kon toch zien dat het goed met hem gaan, van een afstandje kan ik het toch een beetje in de gaten houden.

Dealen met minder leuke dingen

Ons leven was door Alexander als broer te hebben anders dan dat van onze leeftijdsgenoten. Al op jonge leeftijd ben ik gewend te helpen. Mijn ouders hebben het zeker niet makkelijk gehad. Maar ik heb daar niet onder geleden, ik heb het ook niet als lastig ervaren. Ik heb er wel veel van geleerd. We hebben met Alexander best al veel meegemaakt. Niks in het leven is maakbaar, je hebt te dealen met wat er is. Ook al is dat soms wat minder leuk. Sommige mensen zijn nooit tevreden, ik zou dan willen zeggen: ‘kijk eens naar wat je hebt.’ Hoe dierbaar je gezondheid kan zijn dat realiseer je je vaak pas als het niet vanzelfsprekend is.

Bas valt zijn zus bij: “Ik ben door mijn jeugd gevormd in positieve zin: ieder mens is mens, al is hij verstandelijk beperkt, het blijft een mens met een eigen persoonlijkheid. Dat probeer ik altijd te zien. Het maakt niet uit welk niveau iemand heeft. Ik weet altijd wel iets goeds te zien in de ander. Dat heb ik aan mijn broer te danken. In iedere steen zit een diamant.”

Enorme groei

Astrid: “Alexander heeft de afgelopen jaren een enorme groei gemaakt. De Triple-C methode doet hem goed. Van een te zware jongen die vastgebonden in een stoel zat en buiten in de rolstoel moest omdat hij af en toe op de grond ging zitten, is hij een actieve vent geworden. Hij is door het vele lopen met de dagbesteding, zijn overtollige kilo's kwijt en hij heeft minder agressieve momenten. Dat is fijn om te zien voor ons allemaal. Hij zit op dit moment goed in zijn vel.”

Vertrouwen

Een gehandicapte broer geeft natuurlijk ook zorgen. “Het is voor onze ouders, maar ook voor ons een zorg. Ik ben er dagelijks wel mee bezig. Stel dat we er allemaal niet meer zijn, wie praat voor hem? Hoe gaat het later? Wat als hij 100 wordt en wij niet?” Zoals dat geregeld gaat in het gesprek valt Bas Astrid bij: “Je moet vertrouwen hebben dat het in de instelling goed zit. Dat geldt voor iedereen, voor iedere client die hier woont. Ook cliënten die geen contact hebben met familie. In sommige situaties helpt het enorm om te vertellen dat we hier zelf ook een broer hebben. We schreeuwen het niet van de daken, maar als ik merk dat het iets toevoegt, dan zeg ik het wel. Het kan geruststellen, we zijn ervaringsdeskundigen. We zitten in hetzelfde schuitje.”

Op de foto staan vlnr: Astrid, Alexander, oudere zus Monique en Bas.

Gerelateerde items